Doe in een grote pan een (kalf)schenkel of soepvlees en wat mergpijpjes. Vul de pan met koud water en doe er een geschilde winterwortel bij, een bosje selderij, een ui, een teentje knoflook, een takje tijm, wat peterselie en een paar laurierblaadjes. Laat de bouillon 3-4 uur trekken op een laag pitje. Schep zo nodig het schuim van de bouillon. Schep met een schuimspaan alle kruiden, groente, vlees en mergpijpjes uit de bouillon. Zeef de bouillon om een mooie heldere soep te krijgen. Doe bij de bouillon vers gesneden soepgroenten en eventueel vers gedraaide soepballetjes. Doe het kleingesneden vlees terug in de soep. Laat dit nog een kwartiertje zachtjes koken. Maak op smaak met peper en (zee)zout.